top of page

De slag aan de Marne

Op 3 september 1914 vloog de Franse luitenant Watteau, tijdens een verkenningsvlucht met zijn Blériot ééndekker, over de Duitse linies op ongeveer 40 km ten Noordoosten van Parijs. Enkele overvluchten volstonden om een beeld te krijgen van de situatie bij de vijand: het Duitse 1 Leger onder generaal von Kluck was ten Oosten van Parijs afgebogen i.p.v. rechtstreeks naar de hoofdstad op te rukken zodat haar rechter flank ongedekt was.

​

Op dit ogenblik was het Schlieffen-plan, dat de omsingeling van Parijs voorzag reeds ten gronde mislukt.

Tussen 23 augustus en 9 september hadden de Duitse troepen niet minder dan 340 km afgelegd en ze waren bijgevolg te vermoeid om het plan verder uit te voeren. Bovendien werden op 25 september twee legerkorpsen teruggetrokken om op het Russisch front ingezet te worden. Terwijl men in Berlijn alles op een overwinning zette en onophoudelijk druk bleef uitoefenen op von Moltke, de opperbevelhebber de Duitse strijdkrachten, besliste deze om af te zien van het Schlieffen-plan en de Franse linies ten Oosten van Parijs op een zwakke plaats te doorbreken. Zijn bevelen waren echter tegenstrijdig en gaven aanleiding tot verwarring bij de korpscommandanten.

​

Het leger van von Kluck dat Parijs reeds relatief dicht genaderd was moest afzien van een aanval op de stad om de Duitse rechter flank te beveiligen. Het was dit manoeuvre dat door de Franse luchtverkenner was opgemerkt.

De militaire gouverneur van Parijs, Gallieni, zag hier onmiddellijk een buitenkans in. Nog voordat generaal Joffre de nodige bevelen had uitgevaardigd gaf Gallieni het pas opgeleidde 6 Leger het bevel om de ongedekte flank van von Kluck aan te vallen.

​

Op 5 september begon de slag aan de Marne. Zelfs de Parijse taxi's werden ingezet om zo snel mogelijk de nodige manschappen aan het front te krijgen. Ondertussen coördineerde Joffre de hoofdaanval.

​

Op 7 september slaagden de Fransen en de Britten erin door de Duitse linies te breken via een kloof die tussen het 1 en 2 Duitse leger was ontstaan. 

Op 9 september staken de Britten, met Franse ondersteuning van het 6 Leger in het Noorden en het 5 Leger in het Zuiden, bij La Ferté de Marne over.

​

Alhoewel de uitkomst van de slag nog lang niet beslist was werd von Moltke radeloos en besliste om terug te trekken. In werkelijkheid vorderden de geallieerden slechts moeizaam en konden de Duitsers de stellingen mogelijks gehouden hebben. Vooral het 3 Duitse leger had de opmars van de Fransen afgeweerd en op haar beurt de vijand bedreigd.

De communicatie aan Duitse zijde verliep echter zeer moeilijk waardoor von Moltke slecht werd ingelicht over de ware toestand in het terrein en waardoor hij zich neerlegde bij een nederlaag die verre van geleden was. Op zijn bevel werden alle strijdkrachten teruggetrokken. 

​

Het gevolg hiervan was dat hij op 13 september werd afgelost door generaal von Falkenhayn en Parijs gespaard bleef.

bottom of page