top of page

Russisch - Japanse oorlog (1904 - 1905)

Bij het begin van de 20ste eeuw maakte Rusland gebruik van het verval van het Chinese rijk om zich richting Mantsjoerije uit te breiden waar het via de steeds ijsvrije haven van Port Arthur een verbinding had tot de Grote Oceaan.

Het conflict tussen Rusland en Japan om de overheersing in Noord-China werd steeds scherper tot Japan, met Engelse steun, in 1904 met zijn moderne oorlogsvloot een verrassingsaanval uitvoerde op de Russische schepen in Port Arthur.

​

De oorlog tegen Rusland was voor Japan het hoogtepunt van een lang moderniseringsproces dat in 1870 begonnen was met het herstel van de keizerlijke macht en de afschaffing van de privilegiën der Samoerai. Bijna de helft van de staatsuitgaven gingen naar de uitbreiding de strijdkrachten die zich bij de inval in Korea (1896) alsook in de oorlog tegen Rusland moesten bewijzen.

​

De grootste triomfen van het Japanse leger werden behaald bij de blokkade van Port Arthur, de slag bij Mukden (huidige Sjenjang, China), alsook de vernietiging van de Russische Oostzeevloot, die bijna de halve wereld was rondgevaren, in de Straat van Tsoesjima. Deze overwinningen wekten ook in Europa opzienbaren. 

​

Met de vrede van Portsmouth (5 september 1905), die door bemiddeling van US president Roosevelt onderhandeld werd, moest Rusland de Japanse aanwezigheid in Korea erkennen, alsook de helft van het eiland Sachalin, het schiereiland Liaotoung en het Zuidelijk deel van de spoorweg in Mantsjoerije aan Japan afstaan.

​

Het einde van de oorlog legde de zwakheden van het tsarenrijk bloot en effende de weg voor een verdere uitbreiding van Japan zodat dit land het aanzien van een grootmacht verwierf.

bottom of page