top of page

Kelderen van de Lusitania

Op 7 mei 1915 patrouilleerde commandant Schweiger van de Duitse marine in de duikboot U-20  juist ten zuiden van de Ierse kust, ter hoogte van Kinsale.

​

Drie maanden eerder hadden de Duitser alle wateren rond de Britse eilanden tot oorlogszone verklaard.

Om 13.40 GMT ontwaarde Schweiger door de periscoop van de U-20 het lijnschip Lusitania van de Cunard Line, dat op weg was van New York naar Liverpool.

​

Een half uur later vuurde de onderzeeër twee torpedo's af naar het schip. De eerste veroorzaakte een enorme explosie; de Lusitania maakte slagzij en zonk binnen twintig minuten.

​

Van de ongeveer 2.000 passagiers die aan boord waren kwamen er 1.198 om het leven, waaronder 291 vrouwen en 94 kinderen.

​

Onder de doden bevonden zich 128 Amerikaanse burgers. Terwijl hun lichamen naar de kust van Kinsale afdreven rees in de neutrale V.S.A. een hevige kreet van afschuw en protest.

​

Terwijl in Ierland, toen nog deel uitmakend van het Verenigd Koninkrijk, een rechterlijke commissie de Duitse Keizer beschuldigde van vrijwillige doodslag, werd in Duitsland toelating verleend om een herdenkingsmedaille te slaan ter ere van het tot zinken brengen van de Lusitania.

​

Na het tot zinken brengen van de Lusitania werd zwaar over en weer gediscussieerd. Duitsland had duidelijke waarschuwingen gegeven over de risico's verbonden aan het bevaren van de door hen verklaarde oorlogszone. Buiten de passagiers vervoerde de Lusitania inderdaad oorlogsmaterieel.

​

​

De ondergang van dit schip confronteerde zowel de strijdende partijen als de neutralen met de lelijke en dodelijke werkelijkheid van de moderne oorlogvoering.

​

De V.SA., tot dan toe het grootste neutrale land, werd door deze oorlogsdaad onontkoombaar aangetrokken tot de geallieerden. Na vele protestbrieven aan het adres van Duitsland verklaren de V.SA. op 6 april 1917 de oorlog aan Duitsland.

​

bottom of page